menu☰

Uit de oude doos

Oer-RS

Op het PUUR Porsche Treffen ging de witte 911 S van Eric Wolbert naar huis met een flinke beker op een achterzittinkje. Tijd om nader kennis te maken met de mooiste Porsche van die dag. 

Uit PUUR 10 2017


Douglas Addison Faulkner was een Porsche-liefhebber. Een echte. In 1968 kocht hij een witte 911 S, maar rond dezelfde tijd bezocht hij ook met zijn gezin de Porsche-fabriek in Stuttgart. Dat was nogal een trip, als je bedenkt dat Faulkner en zijn gezin in Amerika woonden. “Mijn vader was piloot bij Pacific Southwest Airlines, een maatschappij die toen hij er begon één geleasde DC-3 had,” schrijft zijn dochter Caroline. “Met dank aan de inter-airline discounts konden we daarom naar Duitsland.” De 911 S werd de favoriete auto van haar vader, al kan ze zich van de trip naar Duitsland weinig herinneren. “Mijn oudere zus weet misschien meer over die jaren, terwijl mijn jongere zus later juist meeging naar evenementen van de Porsche Club. Vanwege haar slalom-skills werd ze nog eens rookie driver of the year van het chapter San Diego.” 

Dat Douglas Faulkner juist met deze 911 eindigde, was opmerkelijk. De auto werd namelijk nieuw afgeleverd in Nederland, bij Pon’s Automobielhandel in Amersfoort. Dat was weliswaar de eerste importeur van Porsche en Volkswagen in de wereld, maar in 1967 had Amerika natuurlijk ook al lang een importeur. Dus een noodzaak om auto’s uit Amersfoort op te vissen was er niet echt — laat staan bijna nieuwe 911’s. 

De 911 bleef lang in handen van Faulkner, maar keerde in 1990 weer terug naar Nederland. “De auto heeft sindsdien verschillende eigenaren gehad. Wel autoliefhebbers, maar ze hebben de auto ook gebruikt in de klassieke rallysport. Hij was voor dat doel aangepast en omgebouwd, dus hij was niet meer helemaal origineel,” vertelt Eric Wolbert, de huidige eigenaar. De stickers die van de ramen komen en een handvol oude foto’s vertellen dat de auto onder meer aan The Winter Trial meedeed, maar ook aan de Tulpenrallye en de Hornelandrally. In 2008 heeft hij zelfs de Tulpenrally gewonnen. De meest zichtbare wijziging was dat de auto voor die rally’s voorzien was van brede achterschermen. Die zijn inmiddels verdwenen, want Wolbert heeft de auto van voor tot achter gerestaureerd, twee jaar lang. 

“Ik kocht de Porsche in 2015 via een tussenpersoon,” vertelt hij. “De auto was toen al deels gerestaureerd, maar de vorige eigenaar was overleden. Ik ben toen weer helemaal opnieuw begonnen met de restauratie, want wat eraan gebeurd was vond ik niet goed genoeg. Om de auto perfect en geheel origineel te krijgen, heb ik kosten noch moeite noch tijd gespaard. Alleen het allerbeste resultaat was voor mij acceptabel.” 

Herriebak
En van die auto geeft Wolbert me vandaag de sleutel. “Je bent de eerste die erin rijdt buiten mijzelf,” vertelt hij er nog bij. Juist. Gelukkig is het weer een paar honderd procent beter dan voorspeld. In plaats van de beloofde storm en regen zien we de zon, die de temperatuur tot een niveau brengt waarbij we zelfs geen jas hoeven te dragen. Ideaal weer voor een ritje over de Veluwe met een klassieke 911, willen we maar zeggen. De ideale plek voor deze 911, als je het ons vraagt. Niet dat we er geen Alpenpassen mee zouden willen aanvallen, maar daar moet je dan wél eerst zien te komen. In de woorden van Wolbert: “Op de snelweg is het nogal een herriebak.” 
Dat hoort erbij in een 911 uit die tijd, maar los van dat kleine probleem dat met een setje oordoppen eenvoudig op valt te lossen is het een heerlijke auto. Gerestaureerd zoals het moet: hij voelt niet vermoeid aan, maar wel klassiek. De S biedt wel de afmetingen en het rijplezier van een klassieker, maar zonder de nadelen die daar vaak bij komen, zoals gerammel in het interieur, speling op de ophanging en besturing, scheefhangende of krakende portieren en meer van die zaken die je bij klassiekers zo vaak tegenkomt. We hebben daar geen enkel probleem mee als het om ongerestaureerde klassiekers gaat, want dan kun je het nog patina noemen (alhoewel de charme van een vermoeid onderstel ons ontgaat). Bij een gerestaureerde auto hoop je het echter niet aan te treffen, en bij deze S in Hellelfenbein is dat ook niet zo. Toch is de auto niet doodgerestaureerd. Hoewel er bijvoorbeeld een nieuw interieur klaarlag, bleek het oude interieur nog goed genoeg om opnieuw te gebruiken. Wel zitten er andere stoelen in; niet omdat de oude niet goed meer waren, maar gewoon omdat deze lekkerder zitten. De originele stoelen zijn nog gewoon aanwezig, dus als het moet is de auto ook op dat gebied binnen een uurtje weer terug te brengen in originele staat. 

Papieren
Zoals het hoort bij een klassieke 911, is ook de Geburtsurkunde van Porsche aanwezig. Die vermeldt dat de auto door de fabriek voorzien was van enige Individualausstattung, zoals alarmlichten, getint glas, veiligheidsgordels, een honderd litertank, een sperdifferentieel en hoofdsteunen voor en een Webasto kachel.  
Papieren uit die tijd vermelden voor die opties trouwens prijzen waarbij je je nu niets meer voor kunt stellen. Als een sperdifferentieel maar 326 gulden kostte, hoe kon je dan ooit een 911 zónder bestellen? En als een 911 maar 21.500 gulden kostte, hoe kon je dan überhaupt in een andere auto rijden? Onzin natuurlijk, want waarschijnlijk waren dit prijzen die de dealers onderling berekenden: een 911 S kostte toen al aanzienlijk méér dan die 21.500 gulden. En al zou het de consumentenprijs zijn geweest, dan nog was het een fors bedrag voor een auto. Voor hetzelfde geld kon je ook auto’s als de Renault 4, Morris 850 en BMW 2002 kopen; alle drie tegelijk, bedoelen we, en dan had je nog geld over voor een vakantie. 

Een wonder was dat niet, want de 911 S had al fors meer vermogen dan de standaard 911 die een paar jaar eerder was geïntroduceerd. Waar de standaard 911 het met 130 pk moest doen, schopte de S het al tot 160 pk (en dit exemplaar heeft er door een paar minimale aanpassingen en een goede afstelling nog een paar extra). Toch blijven we het altijd opmerkelijk vinden hoe Porsche in zo’n korte tijd tot een gevestigde naam wist uit te groeien. Toen deze witte 911 de fabriek verliet, bouwde Porsche nog geen twintig jaar sportauto’s: de productie van de 356 begon immers in 1948. Probeer je nu eens een merk voor te stellen dat in 1998 werd opgericht en al zo’n gevestigde naam heeft; dat lukt maar een enkeling. Denk maar eens aan Spyker, dat in 1999 werd opgericht. Al moeten we toegeven dat het in 2003 opgerichte Tesla aardig op weg is. 
Hoe dan ook, Porsche zelf tetterde die uitzonderlijke prestatie in die tijd ook graag van de daken. ‘Im Zeitraum von weniger als zwei Jahrzehnten setzte Porsche dem sportlichen Fahren völlig neue Maßstäbe’, jubelt de folder voor de S uit 1966. Daarna gaat het vrolijk verder over het maximum aan zekerheid, kracht en technische perfectie dat een Porsche biedt, en over de moordende Targa Florio waar auto’s met een veel grotere motorinhoud door de 911 naar de Verliererstraße werden verwezen. 

Zelfverzekerde toon
Een halve eeuw later kun je je vrolijk maken over de misschien wat al te zelfverzekerde toon van die folder (en een beetje over de huidige 911, die inmiddels uitgegroeid is tot een grote, zware, brede auto met een grote motorinhoud — het type auto waarover in die folder licht smalend wordt gesproken), maar je kunt niet weerleggen wat er staat. Ja, Porsche was nogal overtuigd van de 911, maar het is in de jaren die volgden ook een auto gebleken die inderdaad zo goed was als Porsche beweerde. De auto bevond zich destijds inderdaad in de voorhoede van de ‘sportlicher Hochleistungsfahrzeuge’. Toch is dat voor Eric Wolbert niet de charme van de auto. “De S is een van mijn favoriete 911’s,” vertelt hij. Hoewel hij zijn brood verdient als Porsche-specialist, restaureerde hij deze 911 dan ook eerst en vooral voor zichzelf. “Ik zal niet zeggen dat ik een auto nooit wegdoe, dat vind ik een beetje onzin. Als je je kunt verbeteren, moet je dat altijd doen. Maar bij een auto die je zelf twee jaar lang hebt laten restaureren door de beste specialisten, is het natuurlijk de vraag of je je ooit zal kunnen verbeteren. Ook al omdat de 911 S misschien wel de 911 is waar ik het liefste mee rijd. De eerste sportieve versie van de 911, het opstapje naar de RS. De oer-RS, noem ik hem.” 

www.wolbert.nl