menu☰

Uit de oude doos

Porsche 718 Boxster vs Jaguar F-TYPE 2.0 i4

Porsche 718 Boxster vs Jaguar F-TYPE 2.0 i4

Viercilinders voor fijnproevers

Uit PUUR Nummer 4 2018

Het is geen nieuws dat Jaguar in de vijver van Porsche probeert te vissen. En door de jaren heen lukt dat de Britten in toenemende mate. Met name met de F-PACE kruipt Jaguar steeds meer in de huid van onze lievelings-sportwagenbouwer uit Stuttgart-Zuffenhausen. Hun nieuwste aanvalswapen is de F-TYPE 2.0 i4. Met z’n viercilinder probeert hij de Porsche 718 Boxster met de viercilinder boxermotor naar de kroon te steken. Moet Porsche zich zorgen gaan maken? >

Jazeker, het model werd door de buren onmiddellijk herkend als de snelle Jaguar F-TYPE die al eerder bij mij voor de deur stond. Jaguar presenteerde de F-TYPE op de Autosalon van Parijs van 2012 en bracht het model in mei 2013 op de markt als cabriolet met soft-top. Op de Los Angeles Motor Show 2013 werd de coupé-versie van de F-TYPE gepresenteerd en die kwam in mei 2014 op de Europese markt. De Jaguar F-TYPE stond bij de buren bekend als die luidruchtige en wilde showcar met een schreeuwende V6 of stampende V8. “Best een mooi ding hoor – daar niet van, vond een buurman die enige kennis van zaken heeft. “Maar jammer dat die auto’s zoveel lawaai maken. Als jij die Jaguar start, vallen bij mij de fotolijstjes van de muur.”
Ik kon niet anders dan de buren gerust te stellen. Want de testauto die nu voor de deur stond, leek vanbuiten misschien wel op die F-TYPES die ik eerder reed, maar onderhuids was het een heel ander verhaal, pareerde ik hun klacht. Want in tegenstelling tot die vorige modellen met dikke zes- en achtcilindermotoren en overpotente uitlaatsystemen die de sound bijna ongefilterd doorgaven – elke kilometer genieten voor mij als bestuurder - was dit het nieuwe instapmodel van Jaguar. “Dus wees maar niet bang: deze viercilinder klinkt een stuk ingetogener,” probeerde ik nog.

Helemaal de waarheid sprak ik niet. Want de viercilinder van de F-TYPE 2.0 i4 klinkt niet als een amechtig hijgende viercilinder instapper. Integendeel. Hij klinkt zoals je bij een sportwagen mag verwachten: sportief en hot met een sound die ploft, gorgelt en brult. Het volume van de viercilinder is weliswaar theatraal, maar behaalt de kippenvel veroorzakende schoonheid die de V6- en V8-modellen zo kenmerkt natuurlijk niet. Maar voor een viercilinder met turbo klinkt het alleszins goed, met af en toe een heerlijk ‘blaffende’ uitlaat als je afremt op de motor.

Ingenium 
De nieuwe tweeliter turbomotor van de F-TYPE is er een uit de reeks Ingenium-viercilindermotoren die Jaguar Land Rover heeft ontwikkeld voor de kleinere modellen van beide merken. Maar je blijkt die krachtbron dus ook prima te kunnen gebruiken voor grotere en sportievere modellen, en dat is precies wat Jaguar bij de de F-TYPE 2.0 i4 heeft gedaan. In de F-TYPE levert de motor 300 pk en 400 Nm koppel reeds bij 1.500 toeren, zodat je het model bepaald niet mag wegzetten als een instappertje. Want enige terughoudendheid door het gebrek van twee of vier cilinders is door Jaguar perfect weggefilterd, ook omdat deze F-TYPE is voorzien van de prima standaard achttrapsautomaat, die zonder trekkrachtonderbreking schakelt. Bij Porsche noemen ze een dergelijk fijn schakelende automatische bak Porsche DoppelKupplung, kortweg PDK. Maar daarover later meer. 
De motorisch gedownsizede F-TYPE accelereert in 5,7 seconden van 0 naar 100 km/h, nog geen halve seconde trager dan de 340 pk leverende V6-compressormotor met z’n heerlijke trompetuitlaatjes die voorheen als de instapversie in de folder stond. En de topsnelheid is met 250 km/h maar tien kilometer minder dan die van de V6. Dus hebben we dat verschil gemerkt? Ben je gek. De Ingenium-krachtbron reageert vlot en soepel op het gas. In verhouding tot de V6 duurt het iets langer voordat de motor zijn maximale kracht levert, met dank aan de mechanische compressor die iets minder vertraagt dan een turbo die op druk moet komen. 
Gewichtsbalans

De F-TYPE 2.0 weegt 52 kilo minder dan zijn zescilinder broertje. Een belangrijk verschil, want deze kilo’s zijn verdwenen boven de vooras, zodat de gewichtsbalans nog gunstiger is en de F-TYPE 2.0 net een fractie makkelijker instuurt dan de zescilinders. Het is daarmee een heerlijke gooi-en-smijt-sportauto geworden. Wanneer je echt op tempo je bochten instuurt, draait de neus net iets lichtvoetiger richting apex. Toch is hij met een massa van 1.545 kilo bepaald geen lichtgewicht en die relatieve zwaarlijvigheid kom je tijdens het rijden toch ergens tegen. Bij intensief aanspreken van de remmen krijgt het remsysteem het zwaar en ook de hoeveelheid rol in de koets is voor een sportwagen vrij groot. Maar dan spreken we echt over intensief circuitgebruik; als snel en comfortabel vervoermiddel tussen A en B laat de Jaguar het op geen enkele wijze afweten. Daarvoor chapeau.

Jaguar claimt dat je in theorie een verbruik zou moeten kunnen halen van bijna 1 op 14. Iemand met een fluwelen gasvoet zou zelfs maar 7,2 liter brandstof op honderd kilometer kunnen verstoken. Dat is bepaald keurig voor een sportwagen met 300 pk op de achterwielen. Bovendien betekent de theoretische zuinigheid op papier een flink lagere CO2-uitstoot. Dat leidt er weer toe dat een kale viercilinder F-TYPE met een vanafprijs van 71.780 euro liefst € 28.170 minder moet kosten dan de even aangeklede V6 die minimaal 107.950 euro moet kosten. De iets minder krachtige tweeliter turbomotor maakt de Jaguar F-TYPE wat mij betreft nauwelijks minder aantrekkelijk. Hij is door z’n scherpe prijs voor veel meer autoliefhebbers toegankelijk geworden, ongetwijfeld tot groot genoegen van importeur Jaguar Land Rover Nederland in Beesd. 
Geen veredelde Kevermotor

Ok. De nieuwe F-TYPE 2.0 i4 is dus een fijne sportwagen. Maar speelt hij in dezelfde league als Porsche met zijn vijfhonderd euro goedkopere 718 Boxster? De Duitse sportwagenfabrikant introduceerde de vierde generatie van dit model in januari 2016; de naam is een verwijzing naar de roemruchte Porsche 718 waarmee het merk eind jaren vijftig hoge hogen gooide op het circuit. Nieuwe boxermotoren met turbo werden geïntroduceerd, viercilinders in plaats van de zescilinders die we tot dat moment gewend waren bij de Boxster. In de 718 Boxster bedraagt de cilinderinhoud 2,0 liter waarmee een vermogen van 220 kW/300 pk wordt opgewekt. Hee: die cijfers kennen we ook uit de Jaguar F-TYPE. Toeval bestaat niet, inderdaad. 
Porsche schreeuwde het bij de introductie van de daken dat hun nieuwe model er beter uitziet, meer power heeft, sneller is, beter stuurt en ook nog eens minder verbruikt dan zijn voorganger. Om maar gelijk de conclusie weg te geven: Porsche zei met de nieuwe 718 Boxster niks te veel. Waar in eerste instantie door azijnpissers nog werd gesproken over een ‘veredelde Kevermotor’, is dat sentiment nu compleet verdwenen. De 718 Boxster heeft weliswaar een gedownsizede boxer turbomotor, maar daarmee sleurt hij de cabriolet sneller dan ooit over de weg. Alles wat de vorige Boxster kon, kan deze Boxster beter. Het zou dan ook geheel onterecht zijn om de 718 weg te zetten als een instapmodel. 

De viercilinder boxermotor met turbo voor de 982-reeks is door Porsche volledig nieuw ontwikkeld. In de 718 Boxster bedraagt de cilinderinhoud 2.0-liter en het topvermogen 220 kW/300 pk. Dat is bijna net zo veel als de 315 pk die de topversie Boxster S van de vorige generatie uit 3.5-liter peurde. Porsche spreekt dan ook liever niet over ‘downsizing’, maar over ‘rightsizing’. Voor wie de 300 pk nog te weinig is, levert Porsche in tegenstelling tot Jaguar ook nog een opgepepte versie van zijn viercilinder, de 718 Boxster S met een 2,5-liter motor met een vermogen van 257 kW/350 pk.
Wat opvallend is, is het enorme koppel dat de motor al vanaf 1.900 t/min levert. Maar de 2.0-liter motor van de 718 Boxster kan met een koppel van 380 Nm niet tippen aan het koppel van de Jaguar. Dat zie je overigens niet terug in de cijfers. De 718 Boxster met de PDK – een heerlijke bak die je gedachten leest en wéét in welke versnelling je wilt rijden - en Sport Chrono Pakket sprint in 4,7 s van 0-100 km/h, een volle seconde sneller dan de viercilinder F-TYPE. De 718 Boxster haalt een topsnelheid van 275 km/h, waarmee hij de Brit het snot voor de ogen rijdt. Het gemiddelde verbruik (NEDC) van de 718 Boxster met PDK bedraagt 6,9 l/100 km (-1,0 l/100 km). 

De sound
De voorgangers van de 718 Boxster waren allemaal voorzien van heerlijk klinkende zescilinders. De sound valt bij de viercilinder Boxster een beetje tegen, hoewel de optionele sportuitlaat wel een behoorlijke verbetering geeft. De turbo hoor je bij de 718 Boxsters niet of nauwelijks fluiten – bij de Jag overigens ook niet - en ook het ploffen van wastegates blijft geheel achterwege. Wel hoor je een sound van de viercilinder boxermotor die - eenmaal op toeren - het midden houdt tussen een opgefokte Subaru Impreza WRX en een dikke achtcilinder. Porsche verkrijgt dat timbre door de tegenover elkaar liggende cilinders niet even lang te maken.
Het onderstel van de 982 is sportiever afgestemd en de elektromechanische stuurinrichting werkt direct. Net als in de nieuwe 911 zijn in het optionele Sport Chrono Pakket nu drie rijprogramma’s inbegrepen: Normal, SPORT en SPORT PLUS. De Sport modus maakt een duidelijk sportievere rijstijl mogelijk terwijl het PSM als reddende engel op de achtergrond actief blijft. Bij modellen met PDK is bovendien de Sport Response knop inbegrepen die we tegenwoordig ook kennen uit de 911. Remmen zijn uiteraard aangepast aan het hogere vermogen. De remmen van de vorige S zitten nu op de standaard 718; de zeven kilo lichtere PCCB’s, de keramische remmen met de gele klauwen, zijn optioneel verkrijgbaar. 
De Porsche 718 Boxster is ontaard snel. De auto is dankzij z’n ideaal geplaatste middenmotor verregaand neutraal en is in het grensgebied met zijn 1.335 kilo – 200 kilo minder dan de F-TYPE - veel eenvoudiger te corrigeren dan de Jag. De Porsche is meer een sportwagen dan de evenknie van Jaguar; wat dat betreft spelen de merken (nog) niet in dezelfde league. Maar is het daarmee de betere auto? Bij Jaguar vinden ze uiteraard van niet. De Porsche 718 Boxster is de ultieme auto voor wie met het hoofd een lijstje sportwagens samenstelt. Die zal ongetwijfeld met de Duitser naar huis gaan, met zijn perfecte techniek, z’n perfecte passingen van de plaatwerkdelen en de perfecte naadjes in het leer. Maar wie meer met het hart denkt, gaat voor de F-TYPE 2.0 i4. Kopers van zo’n auto kiezen voor een model dat afwijkt. Porsche hoeft zich nog geen zorgen te maken. In veel opzichten is de F-TYPE 2.0 Turbo voor autoliefhebbers die eens wat anders willen een uitstekend alternatief. Maar vooralsnog blijft de 718 Boxster dé ultieme viercilinder voor de fijnproever. <